Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/3027/GA, 5 december 2012, beroep
Uitspraakdatum:05-12-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/3027/GA

betreft: [klager] datum: 5 december 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 21 september 2012 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 november 2012, gehouden in de penitentiaire inrichting Amsterdam Over-Amstel, zijn klager en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Zuyder Bos, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft:
a. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van zeven dagen, omdat klager ervan werd verdacht een medegedetineerde met een mesje in de lip te hebben gestoken en
b. de omstandigheid dat klager, na plaatsing in de afzonderingscel, is geweigerd om met zijn raadsman te bellen.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Een medegedetineerde, de heer D. heeft uit woede verklaard dat klager hem met een schilmesje in zijn lip heeft gestoken in de
keuken. Dit verhaal is bevestigd door een andere gedetineerde, die bevriend was met de heer D. Deze gedetineerde heeft de dag waarop klager in de afzonderingscel werd geplaatst de inrichting verlaten. Aan klager is een ordemaatregel opgelegd om
onderzoek te doen naar het incident. Hoe kon de directeur onderzoek doen als één van de getuigen de inrichting al had verlaten? Bovendien heeft het onderzoek volgens klager veel te lang geduurd. Hij was in de keuken, maar hij heeft niemand gestoken.
Hij
is heel klein. Indien hij iemand had gestoken, was hij niet in beklag gegaan. Gedetineerden moeten schilmesjes halen bij het personeel. Dit wordt geregistreerd. Volgens klager stond er geen schilmesje op zijn naam geregistreerd. De medische dienst
heeft
aangegeven dat het goed mogelijk is dat de wond van de heer D. is veroorzaakt door een schilmesje. Dit staat dus niet vast. Ten slotte voert klager aan dat hij zich niet heeft misdragen in de afzonderingscel. Het is dan ook niet terecht dat hem is
geweigerd met zijn raadsman te bellen. Klager begrijpt niet waarom het drie dagen moest duren voor hij zijn advocaat kon bellen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt - zakelijk weergegeven - toegelicht. Het incident heeft in de keuken plaatsgevonden. Indien een schilmesje aan een gedetineerde wordt uitgeleend wordt dit
geregistreerd. Aangezien gedetineerden zich gezamenlijk in de keuken bevinden worden schilmesjes vervolgens onderling vaak weer uitgeleend. Klager heeft in de afzonderingscel veel overlast veroorzaakt. De directeur verwijst daartoe naar het ten aanzien
van klager opgemaakte logboek isoleerverzorging.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a. overweegt de beroepscommissie als volgt.
Uit de schriftelijke mededeling van 3 augustus 2012 blijkt dat aan klager een ordemaatregel is opgelegd van zeven dagen afzondering in een afzonderingscel omdat hij ervan werd verdacht een medegedetineerde met een mesje in het gezicht te hebben
gestoken. Indien zich in de inrichting een voorval voordoet dat gevolgen kan hebben voor de orde, rust of veiligheid of de ongestoorde tenuitvoerlegging van de detentie, waarbij de feiten niet direct duidelijk zijn, kan de directeur een ordemaatregel
van plaatsing in afzondering opleggen in afwachting van de uitkomst van het onderzoek naar die feiten. De ordemaatregel dient in dat geval niet langer te duren dan strikt noodzakelijk is. Onvoldoende duidelijk is waarom in dit geval de ordemaatregel
zeven dagen heeft geduurd en deze niet eerder kon worden beëindigd. Gelet op hetgeen volgt uit de stukken en het verhandelde ter zitting had de opgelegde ordemaatregel naar het oordeel van de beroepscommissie in casu in elk geval niet langer dan drie
dagen hoeven duren, waarna een afsluitende beoordeling van de resultaten van het onderzoek met het oog op een strafoplegging had dienen plaats te vinden. Gelet op het voorgaande zal het beroep van klager dan ook gegrond worden verklaard voor zover de
ordemaatregel langer dan drie dagen heeft geduurd. De uitspraak van de beklagrechter zal in zoverre worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 15,=, waarbij de
beroepscommissie in aanmerking neemt dat wel aannemelijk is geworden dat klager zich strafwaardig heeft gedragen. Het beroep ten aanzien van a. zal voor het overige ongegrond worden verklaard en de uitspraak van de beklagrechter zal in zoverre worden
bevestigd.

Ten aanzien van b. overweegt de beroepscommissie als volgt.
Vast staat dat klager na zijn plaatsing in de afzonderingscel op 3 augustus 2012 heeft verzocht om met zijn raadsman te bellen. Op grond van artikel 39, vierde lid, van de Pbw wordt een gedetineerde in de gelegenheid gesteld om telefonisch contact te
hebben met zogenaamde geprivilegieerde contacten, onder wie de advocaat, indien hiervoor de noodzaak en de gelegenheid bestaat. Met de plaatsing in de afzonderingscel is de noodzaak gegeven. De directeur heeft in beklag aangevoerd dat er niet direct
gelegenheid was voor klager om met zijn raadsman te bellen, omdat het telefoonnummer van de raadsman nog op klagers cel lag. Klager heeft daarop boos en agressief gereageerd. Uiteindelijk is klager op 6 augustus 2012 in de gelegenheid gesteld zijn
raadsman te bellen. Uit het door de directeur overgelegde logboek isoleerverzorging volgt onder meer dat klager met name de eerste tijd na zijn plaatsing in de afzonderingscel overlast heeft veroorzaakt, zich verbaal agressief heeft gedragen en tegen
de
deur heeft geschopt en geslagen. Hoewel dus aannemelijk is geworden dat klager zich in de afzonderingscel heeft misdragen, is niet gebleken dat zijn gedrag dusdanig was dat hij niet eerder dan 6 augustus 2012 in de gelegenheid kon worden gesteld om met
zijn raadsman te bellen. Gelet op het voorgaande zal het beroep ten aanzien van het beklag onder b. dan ook gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagrechter zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog gegrond worden verklaard. Aan klager
zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 5,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder a. voor zover de ordemaatregel de duur van drie dagen heeft overschreden gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter in zoverre en verklaart het beklag in zoverre
alsnog
gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=. Zij verklaart het beroep voor wat betreft het beklag onder a voor het overige ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van het beklag onder b. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van €
5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. dr. H.K. Fernandes Mendes, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 5 december 2012

secretaris voorzitter

Naar boven