Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/2128/GA, 16 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:16-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/2128/GA

betreft: [klager] datum: 16 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 28 juni 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 oktober 2012, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de locatie Roermond.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van 10 dagen opsluiting in een strafcel, wegens betrokkenheid bij een vechtpartij.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is in zijn cel aangevallen door medegedetineerde V. De deur van de cel werd door V. dicht gedaan. Klager ontkent tegenover de p.i.w.-ers te hebben
aangegeven dat hij uit zelfverdediging heeft geslagen. Het rapport is overigens op het account van een p.i.w.-er opgemaakt door afdelingshoofd De B. De beklagcommissie heeft de p.i.w.-ers niet gehoord. Klager werkte zijn aanvaller enkel naar buiten
toe.
Hij hield hem om zijn middel vast en gleed bij de deur uit over een dweil. Klager viel boven op V. Het was geen kwade opzet. Klager is direct in de isoleercel geplaatst. Hij heeft geen schriftelijke beslissing ontvangen van zijn plaatsing in de
isoleercel vanaf zondagmiddag tot maandagochtend, wel van de tien dagen strafcel. Klager heeft door de opgelegde strafcelplaatsing één weekendverlof moeten missen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager is een van de betere gedetineerden in de inrichting. De directeur heeft zeer zorgvuldig gehandeld. Hij heeft meerdere malen met klager
gesproken en de medegedetineerde V. Gelet op de aard van de verwondingen bij V. - gebroken ribben en een geperforeerde long - bestaat er twijfel of deze enkel door verdediging door klager zijn ontstaan.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 51, vijfde lid jo. artikel 50, eerste lid, van de Pbw kan geen straf worden opgelegd, indien de gedetineerde voor het begaan van feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting, niet verantwoordelijk kan
worden gesteld. Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd naar aanleiding van een vechtpartij met een medegedetineerde op de cel van klager. De medegedetineerde heeft daar onder andere gebroken ribben en een geperforeerde long aan overgehouden.
Klager stelt dat de verwondingen zijn veroorzaakt doordat hij, terwijl hij de medegedetineerde om zijn middel vasthield, is uitgegleden over een dweil bij de celdeur en bovenop de medegedetineerde viel.

De beroepscommissie stelt vast dat er geen getuigen zijn van het verloop van de vechtpartij op klagers cel. De celdeur was gesloten en alleen klager en de betreffende medegedetineerde waren op cel aanwezig. De beroepscommissie sluit niet uit dat de
verwondingen van de medegedetineerde zijn ontstaan op de door klager aangegeven wijze. Klager dient derhalve het voordeel van de twijfel worden gegeven. Mitsdien is het beroep gegrond. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie
vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen en stelt deze vast op € 100,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.B. de Pauw Gerlings-Döhrn, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 17 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven