Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0545/GA, 12 november 2012, beroep
Uitspraakdatum:12-11-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/545/GA

betreft: [klager] datum: 12 november 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een zestal uitspraken van 13 februari 2012 en verzonden op 24 augustus 2012 van de beklagcommissie bij de locatie Zoetermeer,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 september 2012, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. E.J. Huisman.
De directeur van de locatie Zoetermeer heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagcommissie
Het beklag betreft a het moeten dragen van handboeien bij het verlaten van de afdeling beheersproblematische gedetineerden (BPG) (051);b het luchten in een afzonderlijke luchtruimte (052); c het ontbreken van een schaamschot in de doucheruimte van
klagers cel (053); d het recht op privacy bij telefoongesprekken op de afdeling (054); e de keuken op de afdeling voldoet niet aan hygiënische eisen (055); f het verbod op een eigen tv-toestel op cel (056).

De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag onder a, b en c, op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.
De beklagcommissie heeft het beklag onder d ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag onder e en f op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het beklag onder a is gegrond verklaard en klager wil een tegemoetkoming. Hij heeft enige tijd handboeien moeten dragen bij het verlaten van de afdeling.
Het beklag onder b is gegrond verklaard en klager wil een tegemoetkoming van € 2,50 per dag.

Het beklag onder c is gegrond verklaard, maar in de doucheruimte van klagers cel is nog steeds geen schaamschot geplaatst. Klagers privacy is geschonden.
Ten aanzien van het beklag onder d stelt de raadsvrouw dat gedetineerden in een rustige omgeving met voldoende privacy met hun advocaat moeten kunnen telefoneren. Het opnemen en afluisteren van alle telefoongesprekken van gedetineerden, waaronder ook
de
gesprekken met de advocaat, is in strijd met de regels. In het klaagschrift is over dit onderdeel niet geklaagd, maar het is tijdens de beklagzitting wel besproken met de directeur. Klager stelt dat ondanks de overkapping van het telefoontoestel
gesprekken nog steeds goed zijn te horen op de afdeling en daarmee wordt zijn privacy geschonden. Er is geen mogelijkheid om ergens anders te telefoneren.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Ten aanzien van a:
De beklagcommissie heeft overwogen dat klager weliswaar nadeel heeft ondervonden, maar dat dit nadeel vatbaar is voor herstel zodat de beklagcommissie een tegemoetkoming thans niet op zijn plaats acht.
Klager is op 10 januari 2012 op de BPG afdeling van de p.i. Zoetermeer geplaatst. De beroepscommissie acht een tegemoetkoming aangewezen voor de tijd die klager handboeien heeft moeten dragen, te weten van 10 januari tot 13 februari 2012 en stelt deze
vast op € 20,=.

Ten aanzien van b:
Gelet op eerdere uitspraken (11/2165/GA en 11/2352/GA) kan de beroepscommissie zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie om geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal
een tegemoetkoming van € 95,= vaststellen.

Ten aanzien van c:
Gelet op eerdere uitspraken (11/4329/GA, 10/0658/GA en 10/0924/GA) kan de beroepscommissie zich niet verenigen met het oordeel van de beklagcommissie om geen tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de
beroepscommissie zal een tegemoetkoming van € 10,= vaststellen.

Ten aanzien van d:
Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van de plek waar het telefoontoestel op de afdeling is geplaatst en de overkapping van dit telefoontoestel kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de
beklagcommissie.

Ten aanzien van het opnemen en afluisteren van de telefoongesprekken van gedetineerden overweegt de beroepscommissie het volgende. In de uitspraak 12/1813/GA en 12/1847/GA van 29 oktober 2012 wordt geoordeeld dat nu een wettelijke grondslag ontbreekt,
de directeur dient af te wegen of het standaard opnemen van alle telefoongesprekken in de betreffende inrichting noodzakelijk is in verband met het uitoefenen van toezicht met het oog op de belangen als bedoeld in artikel 36, vierde lid, van de Pbw. Of
dit nodig is, kan onder andere afhankelijk zijn van het beveiligingsniveau van de inrichting en het in de inrichting geldende regime. Indien de directeur, na afweging, de noodzaak hiertoe aanwezig acht, dient hij dit uitdrukkelijk, onder vermelding van
de redenen, aan de gedetineerden kenbaar te maken. Het opnemen van telefoongesprekken van gedetineerden met geprivilegieerde personen, waaronder advocaten, is in strijd met een hogere regeling, meer in het bijzonder met (de strekking van) artikel 39,
vierde lid, van de Pbw en artikel 23a van de Penitentiaire Maatregel (Pm).
Zowel ten aanzien van het standaard opnemen van alle gesprekken als ten aanzien van het opnemen van de telefoongesprekken met geprivilegieerde personen zal het beroep derhalve gegrond worden verklaard en het beklag alsnog gegrond worden verklaard. De
beroepscommissie ziet geen aanleiding klager een tegemoetkoming toe te kennen, nu niet is gebleken van nadelige gevolgen die hij ten gevolge hiervan heeft ondervonden.

Ten aanzien van e en f:
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep inzake het beklag onder a, b en c gegrond, vernietigt de uitspraken van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van respectievelijk
€ 20,= (beklag onder a), € 95,= (beklag onder b) en € 10,= (beklag onder c).

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van d, voor zover dit ziet op de plaats en de afscherming van het telefoontoestel ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie. De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van
het standaard opnemen en afluisteren gegrond. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de onderdelen e en f ongegrond en bevestigt de uitspraken van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. Th. E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 12 november 2012

secretaris voorzitter

Naar boven