Arbocatalogus Defensie
De Arbocatalogus Defensie [Kader, opzet en onderwerpen gericht op de
bescherming van het personeel zoals bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet] is
door de sociale partners van de sector Defensie (ACOP, CCOOP, AC en CMHF)
vastgesteld en ondertekend op 24 maart 2015.
De Arbocatalogi over specifieke onderwerpen (zoals niet uitputtend benoemd in
Bijlage 1) zullen door de sociale partners van de
sector Defensie worden vastgesteld nadat deze zijn afgestemd in de diverse
deskundigen- en lijnoverleggen en in de voorportalen van het georganiseerd
overleg.
1 Inleiding
Het Ministerie van Defensie kent veel processen en activiteiten die risico’s
met zich meebrengen voor de mens, het materieel en de omgeving. Bescherming van
haar medewerkers is een belangrijk onderdeel van de verantwoordelijkheid die de
Minister van Defensie heeft als werkgever. Het beheersen van die risico’s, de
borging en het monitoren van de effecten dient een onlosmakelijk element te zijn
van de bedrijfsvoering. Het specifieke karakter van de sector Defensie vraagt in
bepaalde gevallen om passende normen en maatregelen. Binnen het stelsel van
Arbowetgeving geeft de overheid daarvoor de ruimte, wat tegelijk een doelmatige
en eenduidige aanpak voor de sector Defensie mogelijk maakt. Specifieke normen
en maatregelen voor veilig en gezond werken worden vastgelegd in de vorm van een
Arbocatalogus Defensie, waarmee invulling wordt gegeven aan de doelvoorschriften
uit de Arbowetgeving. Vanwege de diversiteit aan onderwerpen is gekozen om voor
elk onderwerp een aparte Arbocatalogus voor Defensie op te stellen. Deze
Defensie publicatie fungeert daartoe als kader en beschrijft het doel en de
opzet van de Arbocatalogi Defensie en bevat een (niet uitputtend) overzicht van
de onderwerpen waarvoor een Arbocatalogus is of wordt ontwikkeld.
De Arbocatalogi Defensie bevatten inhoudelijke normen en maatregelen voor
diverse onderwerpen en gelden defensiebreed als kader voor de commandanten in
hun rol van decentrale werkgever. Bij (extern) toezicht en handhaving worden de
arbocatalogi gebruikt als maatstaf. Het stelsel van Arbocatalogi Defensie sluit
aan op de kaders die gelden voor de opzet en inrichting van
veiligheidsmanagement bij Defensie (bedrijfsvoering), zoals vastgelegd in de
MP12-100, het
Veiligheidsmanagementsysteem Defensie (VMS Def). Dit systeem beschrijft de
organisatie, verantwoordelijkheden en instrumenten om blijvend te kunnen voldoen
aan de normen voor de veiligheid en gezondheid, om daarop toe te zien en om te
leren en verbeteren.
2 Algemeen
De Arbocatalogus is een instrument dat door de overheid is vastgesteld1
om in het private domein vast te leggen met welke erkende werkwijze(n),
technische en/of organisatorische maatregelen of middelen aan de wettelijke
doelvoorschriften voor veilig en gezond werken kan worden voldaan. Dit gebeurt
door werkgevers en werknemers samen, als aanvulling op de wettelijke
doelvoorschriften en de te realiseren beschermingsniveaus. In de Arbocatalogi
Defensie gaat het over de risico’s die het personeel van Defensie en eventuele
derden lopen door de arbeid binnen de sector Defensie. De Arbocatalogi Defensie
worden slechts met instemming van de Centrales voor Overheidspersoneel
vastgesteld.
De overheid stelt drie eisen aan een Arbocatalogus2. Ten eerste
moet deze door de sociale partners voor de sector Defensie, dus de Minister van
Defensie als werkgever en het AC, de ACOP, de CCOOP en de CMHF als Centrales van
Overheidspersoneel gezamenlijk worden ontwikkeld en vastgesteld. Daarbij is als
tweede eis een marginale toetsing op de inhoudelijke normen door het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vereist. Als derde eis geldt dat de
catalogus beschikbaar en kenbaar is voor de werkgevers (voor Defensie de
commandanten die zijn aangewezen als decentrale werkgever) en de werknemers
(voor Defensie het individu, de medezeggenschapscommissie en de centrales) in de
branche. Navolging van een Arbocatalogus moet redelijkerwijs betekenen dat
invulling wordt gegeven aan de Arbowetgeving.
Door de overheid worden publieke grenswaarden vastgesteld voor een groeiend
aantal gevaarlijke stoffen, maar voor de overige gevaarlijke stoffen die zorgen
voor blootstelling moeten de sociale partners zelf private grenswaarden
vaststellen. In principe betekenen de publieke en private grenswaarden dat bij
blootstelling beneden de grenswaarde geen schade aan de gezondheid optreedt.
Voor bepaalde stoffen kan geen veilige grenswaarde worden vastgesteld en dient
de werkgever de blootstelling te beheersen tot een zo laag mogelijk niveau,
waarbij rekening wordt gehouden met aard en duur van de blootstelling. Dit
betreft carcinogene (kankerverwekkende) en mutagene (DNA-beschadigende) stoffen,
zoals in het geval van dieselmotorenemissie (DME).
Naast normen voor de blootstelling aan gevaarlijke stoffen, kent Defensie
voor meer onderwerpen voorschriften met normen en werkwijzen om te zorgen voor
een adequate bescherming van het personeel, deels in de vorm van een (nog op te
stellen) Arbocatalogus; zie het overzicht daarvan gevoegd als bijlage 1. De
keuze tot het schrijven van een Arbocatalogus wordt gemaakt door Defensie en de
centrales voor overheidspersoneel samen binnen het georganiseerd overleg. De
opsomming in bijlage 1 zal daarom kunnen veranderen; daarvoor is geen nieuw
besluit over deze ministeriële regeling benodigd. Aanwijzingen en voorschriften
binnen Defensie die de functie hebben van Arbocatalogus kunnen ook als zodanig
worden betiteld.
De Arbocatalogus Defensie is van toepassing op de gehele Defensieorganisatie
en op alle processen en activiteiten, zowel in de vredesbedrijfsvoering als
tijdens oefeningen en inzet. Daarbij zijn de algehele en partiële
uitzonderingsbepalingen in de Arbowetgeving van toepassing. De
uitzonderingsbepalingen laten echter onverlet dat Defensie ook in genoemde
bijzondere omstandigheden de zorgplicht heeft voor de veiligheid en gezondheid
van het personeel. Daarom wordt er gestreefd naar zo veilig en gezond mogelijk
werken conform het veiligheidsbeleid Defensie (MP12-100) en de NATO AJMedP-4
Force Health Protection Doctrine.
3 Opzet en functie van de Arbocatalogus Defensie
De Arbocatalogi Defensie maken deel uit van het Veiligheidsmanagementsysteem3
Defensie. Arbocatalogi worden bij Defensie ontwikkeld in samenwerking met de
centrales en vastgesteld door een vertegenwoordiger van de Minister van Defensie
en door vertegenwoordigers van de Centrales van Overheidspersoneel4.
Bij de vaststelling wordt ook de datum van evaluatie bepaald. De onderwerpen uit
de Arbocatalogi Defensie dienen te worden opgenomen in de relevante
opleidingssyllabi.
Een Arbocatalogus Defensie kent de volgende opzet:
- een algemene inleiding tot het onderwerp;
- de definities en begrippen die voor het onderwerp van belang zijn;
- de activiteiten en de doelgroep waarop de Arbocatalogus betrekking
heeft;
- een nadere beschrijving van het specifieke risico en daarvoor onderkende
scenario’s;
- het wettelijke kader inclusief eventuele bedrijfsnorm (inclusief de
specifieke wet- en regelgeving voor het betreffende onderwerp);
- de verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de uitvoering van de
Arbocatalogus;
- de beheersmaatregelen (waar van toepassing uitgewerkt in onderliggende
documenten).
In de arbocatalogi wordt in een aantal gevallen verwezen naar andere Defensie
publicaties met nadere aanwijzingen/voorschriften. Deze maken indirect deel uit
van de Arbocatalogus Defensie en wijzigingen in deze aanwijzingen/voorschriften
dienen te worden afgestemd met de Hoofddirectie Bedrijfsvoering (HDBV) als
beheerder van de Arbocatalogi.
Een Arbocatalogus Defensie fungeert als set van normen en maatregelen voor
commandanten voor het inrichten en beheersen van de processen en activiteiten.
Of deze van toepassing zijn, blijkt uit de Risico Inventarisatie en -Evaluatie
(RI&E) of indirect uit onderzoek van voorvallen en analyse van
(bedrijfs)geneeskundige gegevens of zich manifesterende gezondheidsklachten. De
normen en maatregelen (veelal “best practices”) worden door commandanten,
deskundigen, werknemers en medezeggenschapscommissies gebruikt voor het
beheersen van de risico’s. De arbocatalogi fungeren voor de Inspectie Sociale
Zaken en Werkgelegenheid als referentiekader bij de handhaving van de
Arbowetgeving.
4 Relatie met het Veiligheidsmanagementsysteem Defensie (VMS Def)
In de MP12-100 wordt het VMS Def beschreven in termen van taken en
activiteiten die nodig zijn om te borgen dat risico’s zijn geïnventariseerd,
geanalyseerd en dat de daaruit volgende beschermende maatregelen zijn genomen
voor een veilige en gezonde bedrijfsvoering en operationele taakuitvoering.
Onderdeel van het VMS Def is het veiligheidsbeleid van Defensie, gericht op het
zoveel mogelijk voorkomen van de risico’s op schade en ongewenste omstandigheden
(blootstellingen en voorvallen). Daarbij geldt het niveau van de Nederlandse
wet- en regelgeving als uitgangspunt. Het veiligheidsbeleid van Defensie vormt
ook het uitgangspunt voor de inhoud van de arbocatalogi.
De belangrijkste instrumenten binnen het VMS Def zijn:
- de RI&E en/of de risicoanalyse operationele omstandigheden;
- het toezicht op en monitoring (controles en audits) van de
(proces)beheersing;
- het onderzoeken van voorvallen;
- de analyse van (bedrijfs) geneeskundige informatie (verzuim, klachten);
- het (wetenschappelijk) onderzoek naar nieuwe ontwikkelingen.
De arbocatalogi kunnen n.a.v. RI&E’s worden opgesteld en aanleiding zijn voor
(wetenschappelijk) onderzoek. Na vaststelling fungeert een Arbocatalogus als
norm voor toezicht en monitoring. Informatie uit onderzoek en analyses kan
leiden tot aanpassingen van grenswaarden en/of maatregelen.
5 Documentatie en beheer Arbocatalogi Defensie
De Arbocatalogi Defensie zijn te beschouwen als normen voor de
bedrijfsvoering en daarom in beheer bij de HDBV. Voor elke Arbocatalogus is een
inhoudelijke eigenaar aangewezen die verantwoordelijk is voor het actueel
houden, onder andere volgens de stand der techniek en nieuwste inzichten. Een
Arbocatalogus Defensie wordt gepubliceerd op het intranet Defensie. Voor
dagelijks gebruik wordt voorlichtingsmateriaal (folders, themapagina’s,
instructiekaarten, etc.) ter beschikking gesteld.
Voorstellen tot wijzing kunnen worden ingediend bij de HDBV.
Bijlage 1 Geplande onderwerpen Arbocatalogus Defensie
Onderwerp | Geplande datum oplevering5 |
1. Agressie en Geweld | 2e kwartaal 2014 |
2. Dieselmotorenemissie | 2e kwartaal 2014 |
3. Kunstmatig optische straling | 3e kwartaal 2014 |
4. Werken op hoogte | 4e kwartaal 2014 |
5. Legionella | 2015 e.v. |
6. Elektromagnetische velden | 2015 e.v. |
7. Lasrook | 2015 e.v. |
8. Ziekte van Lyme | 2015 e.v. |
9. Geluid | 2015 e.v. |
Voetnoten:
1 Met de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in 2007.
2 Zie de Beleidsregel arbocatalogi 2010.
3 Het VMS Def wordt doorontwikkeld tot een Veiligheids-, Gezondheids- en
Milieumanagementsysteem (VGMMS).
4 Bij het tot stand komen van een Arbocatalogus kan gebruik worden gemaakt
van de Nederlandse technische
afspraak NTA 8050 (nl) “Leidraad voor de totstandkoming van arbocatalogi”.
5 De meest actuele planning is opgenomen in het Plan van Aanpak
Veiligheidsmanagement (intern document
Defensie)