Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/1264/GB, 24 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:24-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/1264/GB

Betreft: [klager] datum: 24 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S. Urcun, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 april 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 21 juni 2012 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 28 december 2011 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) Westlinge te Heerhugowaard. Op 4 april 2012 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel, een normaal beveiligde
inrichting waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Het advies van de psycholoog is meegenomen in de bestreden overplaatsingsbeslissing. Dit had niet gemogen, want dat advies is opgemaakt naar aanleiding van de vraag of klager op een meerpersoonscel zou kunnen verblijven. Dat is niet het geval vanwege
jeugdherinneringen. Klager is zelfmelder voor een zaak van zes jaar terug. Hij was zenuwachtig voor zijn detentie en heeft toen geblowd. Op 28 december 2011 heeft hij een inkomsten-urinecontrole gehad en gescoord op THC. Hij heeft een waarschuwing
gekregen. Op 23 januari 2012 heeft klager rapport gekregen voor score op THC, maar geen straf omdat sprake was van afbouw. Bij zijn tweede regimair verlof heeft klager gescoord op THC. Klager heeft zijn straf geaccepteerd. Op 19 maart 2012 had klager
tijdens het regimair verlof niet geblowd, maar wel gescoord op THC. Hij verbleef toen met een groepje, dat blowde. Ook was tijdens het verlof in maart 2012 de eerste warme zomerdag. Klager heeft toen zeker een liter Spawater gedronken. Klager wilde een
contra-onderzoek laten uitvoeren, maar vanwege het lage kreatininegehalte zou dat geen zin hebben. Klager heeft vijf dagen afzondering in een strafcel opgelegd gekregen, maar hij werd al na drie dagen overgeplaatst. Klager verblijft nu in de gevangenis
Krimpen aan den IJssel. Er is geen beklag ingesteld tegen de straf.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft op 20 februari 2012 bij een urinecontrole op gebruik van cannabis gescoord. Op 19 maart 2012 heeft klager opnieuw gescoord op cannabisgebruik en er is een laag kreatininegehalte vastgesteld. Er is sprake van fraude en een strafbaar feit.
Dit heeft uitstel van detentiefasering en het opschorten van TR als gevolg, conform het drugsontmoedigingsbeleid. In de bestreden beslissing is al aangegeven dat het advies van de inrichtingspsycholoog niet meegenomen had moeten worden. Maar gezien het
aangetoonde gebruik van verboden middelen is de selectiebeslissing gerechtvaardigd.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Krimpen aan den IJssel is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap
worden geplaatst.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.3. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat de verstrekte informatie over klagers gedrag tijdens het regimair verlof een contra-indicatie vormt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Het beroep zal
daarom
ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 24 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven