Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0607/GA, 20 juli 2012, beroep
Uitspraakdatum:20-07-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 12/607/GA

betreft: [klager] datum: 20 juli 2012

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 januari 2012 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 juni 2012, gehouden in de p.i. Amsterdam, is gehoord [...], toegevoegd directielid van de p.i. Amsterdam Over-Amstel.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat excessief geweld is gebruikt bij de plaatsing van klager in een afzonderingscel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
De beklagcommissie constateerde dat het dossier niet compleet was. De directeur was opgedragen om bij de volgende zitting een stuk mee te nemen. Dat stuk had hij bij de verdere behandeling weer niet bij zich; hij was vergezeld door een medewerker van
de
inrichting die een heel ander verhaal vertelde. Inmiddels heeft klager het dossier compleet, maar er is niets ondertekend.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft suïcide-uitlatingen gedaan. Zijn uitlatingen zijn serieus genomen. In overleg met de behandelcoördinator is besloten klager af te zonderen in een afzonderingscel met cameratoezicht. Op indicatie wordt bepaald hoe een persoon naar de
afzonderingscel wordt overgebracht. Klager is begeleid naar de afzonderingscel gebracht. Hierbij heeft hij in een hoek van de lift gestaan. Het personeel houdt klager van achter vast, maar niet bij de keel. Inhoudelijk wordt verwezen naar de
schriftelijke toelichting van 16 november 2011.

3. De beoordeling
Uit het verslag van 5 september 2011 blijkt dat klager op die dag verschillende suïcide-uitlatingen heeft gedaan. Als gevolg hiervan is besloten om een ordemaatregel van afzondering op te leggen voor de duur van één dag. Het beklag betreft de wijze van
overbrenging naar de afzonderingscel. Gezien het verhandelde ter zitting is vast komen te staan dat in overleg met de behandelcoördinator is besloten klager begeleid over te plaatsen. De beroepscommissie overweegt dat het van belang is dat de wijze van
het overbrengen, indien dit met enige geweld gebeurt, schriftelijk gerapporteerd moet worden. In dit geval is na het beklag op 16 november 2011 alsnog verslag gedaan van de wijze van overbrenging naar de afzonderingscel. Gezien de inhoud daarvan en het
verhandelde ter zitting oordeelt de beroepscommissie dat het personeel geen buitensporig geweld heeft gebruikt jegens klager bij de overbrenging naar de afzonderingscel. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan dan ook niet tot een andere beslissing leiden
dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 20 juli 2012

secretaris voorzitter

Naar boven