Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 12/0100/SGB, 17 januari 2012, schorsing
Uitspraakdatum:17-01-2012

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 12/100/SGB

Betreft: [klager] datum: 17 januari 2012

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. J.A.A. Boers, namens

[...], verder verzoeker te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris d.d. 28 december 2011, waarbij verzoeker wordt opgeroepen zich
op
23 januari 2012 te melden in de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen voor de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf van 238 dagen.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het bezwaarschrift d.d. 2 januari 2012, van de beslissing op het bezwaarschrift d.d. 4 januari 2012, van het op 10 januari 2012 tegen de beslissing van de selectiefunctionaris ingediende beroepschrift,
alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris d.d. 16 januari 2012.

1. De standpunten van verzoeker en de selectiefunctionaris
Verzoeker heeft zijn verzoek schriftelijk toegelicht.

De selectiefunctionaris heeft hierop schriftelijk gereageerd.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing
van de selectiefunctionaris.

Uit de stukken komt naar voren dat de curator in het faillissement van [...] Exploitatiemaatschappij BV en de curator in het faillissement van verzoeker en zijn vrouw zullen werken aan een akkoord, indien aan enkele voorwaarden is voldaan. Eén van die
voorwaarden is, dat verzoeker uiterlijk 1 juli 2012 € 50.000,= netto afdraagt aan de boedel uit hoofde van zijn werkzaamheden in zijn per 12 januari 2011 opgerichte eenmanszaak. De voorzitter maakt uit de beschikbare stukken op dat verzoeker een groot
belang heeft bij het tot stand komen van een dergelijk akkoord. Verzoeker en zijn vrouw hebben een schuldenlast van meer dan € 7.000.000,=. Ook de schuldeisers hebben een belang, doordat zij, volgens de curator, bij totstandkoming van dit akkoord een
hogere uitkering op hun vordering ontvangen.
Uit de stukken komt verder naar voren dat verzoeker eerder op 7 februari 2011is opgeroepen zich op 28 februari 2011 te melden in een penitentiaire inrichting voor de tenuitvoerlegging van zijn straf. Verzoeker heeft zich toen niet gemeld en daarmee
zijn
zelfmeldstatus verloren. Desondanks heeft de selectiefunctionaris na een telefonisch onderhoud met verzoeker op 29 april 2011 besloten verzoeker een nieuwe oproep te zenden, waarbij tevens is afgesproken deze een half jaar aan te houden. De voorzitter
is niet bekend of bij het verlenen van dit ‘uitstel’ voor een half jaar de afspraken tussen de curatoren zoals hiervoor benoemd, bekend was bij de selectiefunctionaris. Bij de stukken bevindt zich een brief van 20 december 2010 van de curator aan de
advocaat van verzoeker, waarin reeds gewag wordt gemaakt van deze afspraak. In ieder geval wijkt het verleende ‘uitstel’ van een half jaar af van de kennelijk benodigde periode van anderhalf jaar, gerekend vanaf begin 2011. De selectiefunctionaris ten
slotte, wijst in zijn brief van 4 januari 2012 op het belang en noodzaak dat de gevangenisstraf ten uitvoer wordt gelegd. Dit belang is evident evenals het belang dat de tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf niet telkenmale kan worden uitgesteld.

De voorzitter is van oordeel dat de genoemde belangen dermate groot zijn dat een schorsing van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf is aangewezen tot het moment waarop de beroepscommissie op het beroep zal hebben beslist. Het verzoek zal daarom
worden toegewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de selectiefunctionaris tot het moment waarop de beroepscommissie op het beroep heeft beslist.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris op 17 januari 2012

secretaris voorzitter

Naar boven