Onderwerp: Bezoek-historie

Invordering van de uitkering (SB1089)
Geldigheid:07-09-2016 t/m Versie:vergelijk Status: Geldig vandaag

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Nadat een pensioen of uitkering is toegekend zijn de maandtermijnen daarvan voor de gerechtigde invorderbaar (zie CRvB 30 september 1975). In de rechtspraak is bepaald dat de vervalperiode van twee jaar van artikel 23 AOW gaat lopen op het moment waarop de betrokkene tot die maandtermijn gerechtigd is geworden (zie HR 11 september 1992). Bij de toepassing van vervalperiode als bedoeld in artikel 52 Anw en artikel 21 OBR hanteert de SVB dezelfde uitleg. Een toegekende kwartaaltermijn aan kinderbijslag kan worden ingevorderd gedurende drie maanden na de dag van betaalbaarstelling van deze kwartaaltermijn.

In het algemeen betaalt de SVB het pensioen of de uitkering op de door de gerechtigde aangegeven wijze, dat wil zeggen door storting op een door de gerechtigde aangegeven bankrekening. Ook betaling per postwissel, met een geldigheidsduur van twee maanden, is mogelijk (zie CRvB 4 oktober 1977). Ingeval de gerechtigde geen betaalwijze heeft aangegeven of een postwissel niet inbaar blijkt door toedoen van de gerechtigde (bijvoorbeeld door opgave van een foutief adres), dan reserveert de SVB de AOW-pensioentermijnen en de OBR-uitkeringstermijnen tot maximaal twee jaar en de Anw-uitkeringstermijnen tot maximaal drie maanden na de datum waarop uitbetaling zou zijn geschied als een betaalwijze wel bekend en effectief zou zijn geweest. Daarna vervalt definitief het recht op uitbetaling. Het recht op uitbetaling van kinderbijslag vervalt in beginsel drie maanden na betaalbaarstelling. Ten aanzien van de Anw- en de AKW-uitkeringstermijnen heeft de SVB echter de bevoegdheid om in bijzondere gevallen af te wijken van de termijn van drie maanden. Onder een bijzonder geval moet bijvoorbeeld worden verstaan een vertraging in de afhandeling van een overboeking door een buitenlandse bankinstelling. Het voorgaande geldt ook als de uitkering niet is uitbetaald op verzoek van de gerechtigde.

De Remigratiewet en de lagere regelgeving op grond van deze wet bevatten geen speciale bepalingen inzake invordering van de voorzieningen. Hier gelden de reguliere bepalingen van het BW.

Grondslag

artikel 23 AOW, artikel 52 Anw en artikel 22 AKW

Besluit beleidsregels SVB 2016

Naar boven