Onderwerp: Bezoek-historie

Verlaging of intrekking met terugwerkende kracht wegens wijziging van de omstandigheden (SB1078)
Geldigheid:09-03-2023 t/m 07-03-2024Versie:vergelijk Status: Was geldig

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Beleidsregel

Het kan voorkomen dat een verlaging of intrekking van een uitkering wegens wijziging van de omstandigheden niet tijdig plaatsvindt omdat de SVB niet tijdig van de wijziging op de hoogte was of omdat zij een wijziging waarvan zij wel tijdig op de hoogte was niet heeft verwerkt. De SVB is dan op grond van artikel 17a, eerste lid AOW, artikel 34, eerste lid Anw, artikel 14a, eerste lid AKW, artikel 16, tweede lid OBR en artikel 6c, eerste lid Remigratiewet verplicht de toekenningsbeschikking te herzien of in te trekken. Op grond van artikel 54, derde lid, eerste volzin Participatiewet is de SVB eveneens verplicht om het besluit tot toekenning van een AIO-aanvulling te herzien of in te trekken indien de betrokkene de SVB niet of niet tijdig op de hoogte stelt van een wijziging van de omstandigheden. Indien de AIO-aanvulling anderszins ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend, is de SVB op grond van artikel 54, derde lid, tweede volzin Participatiewet bevoegd om de toekenningsbeschikking te herzien of in te trekken. De SVB maakt in beginsel gebruik van deze bevoegdheid.
 

De SVB kan geheel of gedeeltelijk afzien van herziening of intrekking indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn (artikel 17a, tweede lid AOW, artikel 34, tweede lid Anw, artikel 14a, tweede lid AKW, artikel 16, tweede lid OBR en artikel 6c, derde lid Remigratiewet). Bij de toepassing van artikel 54, derde lid, tweede volzin Participatiewet hanteert de SVB eveneens het beleid dat zij geheel of gedeeltelijk van herziening of intrekking afziet als sprake is van dringende redenen. De SVB matigt de terugwerkende kracht van de herziening of intrekking niet indien de toepassing van de zes-maanden-jurisprudentie gunstiger is voor de betrokkene. Zie SB1327 over zes-maanden-jurisprudentie.
 

Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van dringende redenen spelen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur een rol, zoals het vertrouwensbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. De SVB hanteert in dit verband de volgende beleidsregels.
 

De SVB gaat niet tot herziening met volledig terugwerkende kracht over als de uitkeringsgerechtigde al zijn verplichtingen is nagekomen, en hij voorts niet heeft kunnen begrijpen dat de uitkering ten onrechte of tot een te hoog bedrag werd verleend. In een dergelijk geval herziet de SVB de uitkering in beginsel zonder terugwerkende kracht. Deze regel vloeit wat betreft remigratievoorzieningen direct voort uit artikel 6c, vierde lid Remigratiewet. Het kan voorkomen dat de uitkeringsgerechtigde hierdoor een niet te rechtvaardigen voordeel geniet. In die situatie beperkt de SVB de herziening tot het bedrag van het voordeel dat de betrokkene heeft genoten.
 

Is het niet tijdig herzien van de uitkering een gevolg van een fout van de SVB, maar heeft de betrokkene deze fout kunnen onderkennen, dan vindt herziening of intrekking in beginsel plaats met volledig terugwerkende kracht.
 

Bij de beantwoording van de vraag of de betrokkene heeft kunnen onderkennen dat hij te veel ontving hanteert de SVB de volgende stelregels:

  • Bij de beoordeling of de betrokkene kon onderkennen dat hem ten onrechte of tot een te hoog bedrag uitkering werd verleend past de SVB het beleid in SB1071 over bijzonder geval (zoals dit beleid luidde op grond van het Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB februari 2019) mutatis mutandis toe.
  • Bij toekenning van een uitkering deelt de SVB aan betrokkene mee welke wijzigingen hij spontaan aan de SVB moet melden. Hiertoe verwijst de SVB in de toekenningsbeschikking naar het overzicht van te melden wijzigingen op de website van de SVB. Als deze mededeling heeft plaatsgevonden gaat de SVB ervan uit dat het de betrokkene redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat deze feiten en omstandigheden van invloed konden zijn op de uitkering.


Voorts ziet de SVB wegens dringende redenen geheel of gedeeltelijk af van herziening als de bijzondere omstandigheden van het geval leiden tot het oordeel dat een volledig terugwerkende kracht onevenredig is. Bij de beoordeling of er sprake is van onevenredigheid hecht de SVB belang aan:

  • de mate waarin de betrokkene een verwijt kan worden gemaakt; en
  • de mate waarin de SVB een verwijt kan worden gemaakt.


Als volledige herziening op grond van deze factoren onevenredig is, matigt de SVB de terugwerkende kracht van de herziening of intrekking.

Grondslag

artikel 17a AOW, artikel 34 Anw, artikel 14a AKW, artikel 16, tweede lid OBR, artikel  6c Remigratiewet

Wijzigingsbesluit Beleidsregels SVB februari 2023

Naar boven