Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1542/GB, 11 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:11-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1542/GB

Betreft: [klager] datum: 11 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 13 mei 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 6 december 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie De Karelskamp te Almelo. Op 2 mei 2011 is hij overgeplaatst naar de p.i. Hoogeveen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris miskent dat een belangenafweging gemaakt dient te worden. Dit is op grond van artikel 2, tweede lid, van de Pbw onontkoombaar. Tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf dient zoveel mogelijk dienstbaar te worden gemaakt aan de
voorbereiding van de terugkeer van de betrokkene in de maatschappij. Indien overplaatsing wegens verbouwing noodzakelijk is, dient nog steeds te worden bezien welke andere inrichting het meest geschikt is. In dit geval was dit de p.i. Zwolle of een
andere inrichting die minder ver weg gelegen is dan de p.i. Hoogeveen.
Klager kan geen genoegen nemen met de reactie van de selectiefunctionaris. Toegezegd is dat klager zo snel mogelijk weer in Almelo zal worden geplaatst. De gevangenis Almelo heeft echter nauwelijks plaatsen, waardoor het heel lang kan duren voordat
klager weer terug zou kunnen.
Aangezien de selectiefunctioanris stelt begrip te hebben voor klagers situatie, had hij er beter aan gedaan klager eerder over te plaatsen naar de p.i. Zwolle. Daar is immers vaker plek. Door zich daar niet over uit te spreken is het bezwaarschrift
onvoldoende beantwoord.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er is gekozen voor de p.i. Hoogeveen omdat deze inrichting in korte tijd voldoende cellen beschikbaar kon stellen om 24 gedetineerden op 2 mei 2011 op te nemen en de verbouwingswerkzaamheden op 3 mei 2011 konden aanvangen. In dit soort situaties, zeker
als deze situatie maar tijdelijk is, wordt het belang van de gedetineerden ondergeschikt gemaakt aan het realiseren van overplaatsingen. De p.i. Zwolle had ten tijde van het realiseren van de overplaatsingen geen ruimte om een deel van de populatie op
te vangen.
Er is een afspraak gemaakt dat wanneer de cellen in de p.i. Almelo weer beschikbaar komen, alle gedetineerden die daarvoor in aanmerking komen weer zullen worden teruggeplaatst. Het ziet er naar uit dat dit voor 30 juni 2011 zal geschieden.

4. De beoordeling
Wegens een verbouwing was het noodzakelijk dat 24 gedetineerden tijdelijk elders werden ondergebracht. In de p.i. Hoogeveen kon voor deze gedetineerden ruimte worden gecreëerd. Dergelijke ruimte is niet zonder meer in iedere inrichting beschikbaar en
het is in een dergelijke situatie niet mogelijk om met de voorkeuren van iedere gedetineerde rekening te houden. Daarbij komt dat klager blijkens het selectieadvies op de hoogte is gesteld van de inhoud hiervan en bovendien akkoord is gegaan en dat de
periode van onderbrenging in de p.i. Hoogeveen maar van korte duur zal zijn. Tot slot overweegt de beroepscommissie dat de afstand tussen Hoogeveen en Almelo niet dusdanig is dat de overplaatsing zonder meer als onredelijk en onbillijk zou kunnen
worden
aangemerkt. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. L .Kersten, secretaris, op 11 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven