Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0068/TA, 28 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/68/TA

betreft: [klager] datum: 28 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC De Pompestichting te Vught, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 5 januari 2011 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 mei 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J. Serrarens, en namens het hoofd van voormelde inrichting [...], jurist, [...],
psycholoog/behandelcoördinator en [...], zorgmanager.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de verlenging van afzondering in een aangepaste separeerruimte met ingang van 2 november 2010.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er was druk om klager op te nemen tijdens de verbouwing. Klager was de enige verpleegde op de afdeling, waardoor er feitelijk al sprake was van afzondering. De verbouwing stagneerde door lekkage. Dit was niet te voorzien en er was sprake van overmacht.
De verbouwing werd gecoördineerd door de RGD. De inrichting heeft bedongen dat zij de verbouwing in eigen regie kon laten uitvoeren om de voortgang van de verbouwing te waarborgen. De inrichting heeft vervolgens zelf een aannemer aangenomen. Het is
begrijpelijk dat de consequenties voor klager vervelend waren, maar dit is niet aan de directie te verwijten. Getracht is de situatie voor klager leefbaar te maken. Ter zitting worden in chronologische volgorde foto’s verstrekt van de verbouwing om de
situatie te verduidelijken. De verbouwing was op 30 december 2010 nog niet gereed. Klagers kamer was toen wel gebruiksklaar, de voorzieningen waren op orde en er is sindsdien sprake van een normale leefomgeving.
Gedurende de afzondering is zo goed mogelijk ingespeeld op de behoeften van klager. Zo was er een hometrainer en ‘photo play’-kast beschikbaar en klager kon douchen. Het was mogelijk om boeken naar klager te brengen, maar klager had daar geen behoefte
aan. Op dit moment is op de afdeling sprake van een gewenningsfase.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager kan alleen de inrichting aanspreken. Het accent wordt op de gebouwelijke situatie gelegd, maar die is in grote lijnen bijna ongewijzigd. In de praktijk was er geen bewegingsruimte en geen televisie beschikbaar. Ook na december 2010 worden te
weinig activiteiten aangeboden. Er is geen bibliotheekvoorziening, onderwijs of arbeid beschikbaar.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting volgt dat klager sinds 1 september 2010 als enige verpleegde verbleef op de in opbouw zijnde afdeling. Hij is hier naartoe overgeplaatst wegens – kort gezegd – ernstige beheersproblematiek. De
beroepscommissie heeft ambthalve kennisgenomen van het beroep inzake de plaatsing in de longstayvoorziening van FPC de Pompestichting te Vught (kenmerk 10/2948/TB).

Het beklag betreft de verlengingsbeslissing van afzondering in een aangepaste separeerruimte met ingang van 2 november 2010 ter handhaving van de orde en veiligheid binnen de inrichting. De nadere toelichting op de verlenging van de maatregel luidt:
“Momenteel verblijft u in een afzonderingskamer waarin u een vijftal contact/verzorgingsmomenten krijgt aangeboden. Deze intensieve begeleiding is gericht op contactuitbreiding, normalisatie en het voorkomen van impulsieve uitbarsting. Wekelijks heeft
het behandelteam een gesprek met u waarin de huidige situatie besproken en beoordeeld wordt. Binnen de huidige situatie is toegewerkt naar een programma waarin u gebruik kunt maken van de faciliteiten op uw kamer en tevens het gebruik van een
hometrainer en spelvormen aangeboden krijgt. Tot op heden is er sprake van een gedegen opbouw waarin samenwerking centraal staat.”
Klagers mening hierop is als volgt: “Ben het met de afzondering niet eens, maar met hetgeen er staat geschreven, kan ik me vinden”.

Op 31 augustus 2010 is besloten om klager te plaatsen in de longstayvoorziening van de Pompestichting, terwijl deze longstayvoorziening gebouwelijk gezien nog niet gereed was. De beroepscommissie overweegt dat ten aanzien van klager sprake is van een
complexe en zeer uitzonderlijke situatie. Anders dan de beklagcommissie oordeelt de beroepscommissie dat, nu de inrichting zich volledig heeft ingespannen om al het mogelijke voor klager te doen en er gronden voor voortzetting van de afzondering zijn
aangevoerd, de bestreden beslissing in redelijkheid genomen had kunnen worden. Het feit dat klager feitelijk al in een situatie verbleef waarin hij niet in contact kon komen met medebewoners, maakt dit oordeel niet anders. Hierbij heeft de
beroepscommissie in aanmerking dat in korte tijd een speciaal ontworpen ruimte voor klager is gecreëerd en het enige alternatief een situatie van totale afzondering zou zijn. Nu getracht is in korte tijd klager zo goed mogelijk op te vangen en een
fatsoenlijk onderkomen te bieden, oordeelt de beroepscommissie als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. J. Wouda en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 28 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven