Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2928/GA, 8 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2928/GA

betreft: [klager] datum: 8 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie De Berg te Arnhem,

gericht tegen een uitspraak van 17 september 2010 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 12 januari 2011, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur, gehoord. Klager heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen en
verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het ontslag van klager als lid van de Gedeco.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In het Gedecoreglement staat dat gedetineerden die geen voorbeeldgedrag vertonen zijn uitgesloten van deelname aan de Gedeco. Klager had dus kunnen
weten dat grote waarde wordt gehecht aan het voorbeeldgedrag van een Gedecolid. De uitsluiting van klager is dan ook een logisch gevolg van de vechtpartij waarbij klager betrokken is geweest en waar door klager ook rake klappen zijn uitgedeeld.
De kandidaten voor de Gedeco worden voorgedragen door de gedetineerden. Het afdelingshoofd toetst of iemand aan de criteria voldoet. De directeur beslist of de voordracht tot een benoeming kan leiden. De Gedecoleden maken onderling uit wie van hen
voorzitter of secretaris wordt.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te kunnen beslissen en wijst het verzoek van klager om de behandeling van het beroep aan te houden af.
Aan klager is een disciplinaire straf opgelegd in verband met zijn betrokkenheid bij een vechtpartij met een medegedetineerde. De beklagcommissie heeft het hiertegen door klager ingediende beklag ongegrond verklaard. Klager heeft hiertegen geen beroep
ingediend, zodat klagers betrokkenheid bij de vechtpartij is komen vast te staan.

De beroepscommissie is van oordeel dat de directeur de bevoegdheid toekomt een lid van de Gedeco te ontslaan. Met deze bevoegdheid zal de directeur zeer terughoudend dienen om te gaan. Voor ontslag zal een ernstige vertrouwensbreuk die een goede
samenwerkingsrelatie belemmert grond kunnen zijn. In het onderhavige geval heeft klager door zijn betrokkenheid bij een vechtpartij gehandeld in strijd met het voorbeeldgedrag dat van een gedecolid mag worden verwacht en dat de basis vormt voor het
vertrouwen waarop een goede samenwerkingsrelatie met de directeur is gebaseerd. De strafoplegging is een passende reactie van de directeur op de vechtpartij waarbij klager betrokken is geweest. Het ontslag als gedecolid is het gevolg van het door het
gedrag van klager geschonden vertrouwen dat de directeur, voor een goede samenwerkingsrelatie, in een gedecolid moet kunnen hebben. Gelet hierop kan de beslissing van de directeur niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep van de
directeur zal derhalve gegrond worden verklaard. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en het beklag zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, drs. R.K. Boelens en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van
R. Kokee, secretaris, op 8 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven